FAQs
MICROLAX® algemeen
Gebruik MICROLAX® heel eenvoudig in gehurkte positie of in de gebruikelijke positie op het toilet. Draai de tubekop eraf, druk een druppel uit de tubehals en voer de tubehals volledig in. Het invoeren is nauwelijks voelbaar. Druk nu de minitube samen om de inhoud in de endeldarm te legen en houd de tube ingedrukt, wanneer u de minitube weer uit de endeldarm verwijdert. Sta na de toediening weer op en knijp de billen licht samen, zodat de oplossing niet naar buiten kan lopen.
Belangrijk: Probeer de ontlasting circa. 5 minuten op te houden om een zo optimaal mogelijke werking te bereiken. Na gebruik wordt de minitube weggegooid. Meestal vindt na 5-20 minutende verlichting plaats.
Omdat de spijsvertering zeer individueel verloopt, kan in bepaalde gevallen sprake zijn van een vertraagd begin van de werking. Daarom zou u in elk geval tot maximaal 1 uur moeten wachten. Na afloop van deze tijd kunt u een 2e tube MICROLAX® gebruiken. Er zijn geen overdosisverschijnselen bekend. Wordt de verstopping ook door toediening van een tweede minitube niet opgelost, dan dient u een arts op te zoeken om de oorzaak van de verstopping op te sporen en een optimale individuele therapie te bepalen.
Ja, u kunt een 2e tube gebruiken, omdat geen overdosisverschijnselen bekend zijn. U zou echter na de 1e toediening een uur moeten wachten. Mocht daardoor de verstopping niet beëindigd worden, dan adviseren wij een huisarts te raadplegen.
Microlax kan gedurende een korte periode dagelijks worden gebruikt. Het middel is echter niet voorzien voor langdurige behandelingen. Bij dagelijkse verstopping over een langere periode zou u uw huisarts moeten opzoeken om een diagnose van de oorzaak te laten stellen en een optimale therapie samen te stellen.
Nee, er zijn geen wisselwerkingen met andere medicijnen bekend. MICROLAX® zou echter niet tegelijkertijd met oraal of rectaal toegediende uitwisselingsharsen voor de behandeling van hyperkaliëmie worden gebruikt.
Nee, MICROLAX®, werkt slechts lokaal op die plek, waar dat nodig is: in de endeldarm.
De 5 ml minitube werkt door haar eenvoudige, hygiënische en discrete toepassing in de endeldarm snel. De werkzame stoffen natriumcitraat, dodecyl(sulfo-acetaat, natrium) en sorbitol zorgen ervoor dat het in de ontlasting gebonden water vrijkomt en de ontlasting opweekt. Meestal vindt binnen 5-20 minuten een planbare ontlasting plaats.
Nee. MICROLAX® is niet bedoeld voor chronische verstoppingen. Neem bij aanhoudende klachten altijd contact op met een huisarts.
MICROLAX® werkt, wanneer in de endeldarm harde ontlasting aanwezig is, die door het middel opgelost kan worden. Bij vastenkuren, diëten of verminderde voedselinname kan het enkele dagen duren tot de endeldarm weer gevuld is.
...voor gebruik tijdens de zwangerschap en borstvoedingsperiode
Nee, omdat er geen samenhang is tussen het rectum en de inleiding van weeën.
MICROLAX® wordt slechts in zo geringe mate door het lichaam opgenomen dat er geen negatieve uitwerkingen bekend zijn.
Ja. MICROLAX® kan tijdens de borstvoedingstijd worden gebruikt, omdat Microlax waarschijnlijk slechts een beperkte systemische absorptie heeft wanneer het gebruikt wordt zoals aangeraden. Er worden geen nadelige effecten op de boreling verwacht bij gebruik tijdens de borstvoeding. Het is niet bekend of natriumcitraat, natriumlaurylsulfoacetaat en sorbitol worden uitgescheiden in de moedermelk. Microlax kan voor een korte periode gebruikt worden tijdens de borstvoeding. Wanneer u hier nog vragen over heeft, raden wij u aan hier contact over op te nemen met uw huisarts.
...voor gebruik bij baby's & kinderen
Nog afgezien van de medische definitie heeft ook iedereen voor zichzelf een gevoel wat hij of zij als een verstopping beschouwt. Wanneer u bijvoorbeeld een dagelijkse stoelgang gewend bent, kunt u al na 1 dag zonder stoelgang een onaangenaam verstoppingsgevoel ervaren. Daarbij hebben oudere mensen en vrouwen vaker last van deze symptomen. Een (huis)arts heeft het over een verstopping, wanneer de stoelgang minder dan drie keer per week plaatsvindt.
Druk een beetje gel uit de tube en voer de tubehals voor de helft in de endeldarm in. Om de gel-achtige tube-inhoud beter te kunnen doseren, houdt u de minitube onderaan vast, wanneer u de inhoud eruit drukt.
Bij kinderen van 6 jaar en jonger verdient het aanbeveling een huisarts te raadplegen. Bij baby's en peuters laat MICROLAX® zich eenvoudig en zacht toedienen in de liggende houding waarin luiers worden verschoond. Voer de tubehals slechts voor de helft - tot aan de markering op de tubehals - in. Na de toediening legt u de beentjes van het kind tegen elkaar en drukt u ze licht op het commodekussen. Zo kan de oplossing er niet uit lopen. De minitube gooit u na gebruik makkelijk weg.
Wacht max. 1 uur. Is er dan nog geen werking vast te stellen, dan kunt u een 2e tube gebruiken. Let erop dat u afhankelijk van de leeftijd van het kind ook bij de 2e tube slechts de helft van de tube-inhoudt gebruikt. Mocht de verstopping aanhouden, dan dient u een arts op te zoeken.
Bij baby's en bij kinderen wordt dezelfde hoeveelheid als bij volwassenen toegediend. Om echter eventuele beschadegingen aan het darmvlies te voorkomen, dient u de mini-tube maar voor de helft (tot de markering op de tube) in te brengen. Raadpleeg voor het gebruik de huisarts.
U kunt MICROLAX® zonder leeftijdsbeperking al vanaf het zuigelingenstadium gebruiken. Raadpleeg uw huisarts.
Ook al heeft Microlax® een milde werking, bij langer aanhoudende verstoppingen raden wij met klem aan een huisarts te raadplegen.
...over verstopping in het algemeen
Afhankelijk van de leeftijd en voeding heeft iedereen zijn of haar eigen spijsverteringsritme en daarmee ook zijn of haar eigen idee van een "normale" spijsvertering. In principe is uw persoonlijk gevoel van welbehagen maatgevend. Een (huis)arts heeft het over een verstopping, wanneer de stoelgang minder dan drie keer per week plaatsvindt.
Naarmate veel mensen ouder worden, treden er lichamelijke veranderingen op. De darm zet uit en biedt zo meer ruimte voor tussenopslag. Daardoor blijft de ontlasting langer in de darm en wordt het risico groter dat er meer vloeistof aan onttrokken wordt en de ontlasting hard wordt. Maar ook veranderende levensomstandigheden, een gebrek aan lichaamsbeweging of bepaalde medicatie kunnen frequentere spijsverteringsproblemen tot gevolg hebben.